Op advies van een professor ging ik op een speciaal dieet, want hij had vastgesteld dat mijn lichaam onder meer geen gluten en caseïne verdroeg.
Het is voor mij hard werken om hem te bezoeken, want het is een urenlange reis per auto. En dat terwijl ik slechts passagier ben. Voorafgaand verbleven we in een hotel en de ochtend van vertrek had ik weinig puf om onze spullen weer netjes in te pakken. Om tenminste mijn boeken beschermd mee te nemen, deed ik die apart in een plastic tas. De enige die ik zo snel vond was de tas om de vuile was in het hotel te laten reinigen. Dat krijg je ervan als je eco-vriendelijk wil leven en geen enorme bergen vuil op de aarde achter wil laten.
Terwijl ik probeerde te wennen aan mijn gluten- en caseïnevrije bestaan, begon ik thuis de keukenkastjes uit te ruimen. Ik wilde af van alles wat voor mij van nu af aan verboden was. De keukentafel stond al snel vol met dingen die ik niet langer zou eten. Ik begon stapels te maken. Eentje voor mijn moeder en één voor die van mijn vriend. Mijn moeder zou de volgende dag langskomen, dus die kon ik trakteren op lekkere, biologische Zwitserse kaasfondue. Verder op haar stapel: spaghetti en wat koekjes.
Op diezelfde dag zou mijn vriend zijn moeder oppikken om samen naar een familiefeestje te gaan. Voor haar had ik pakjes gist, bulgur en nog meer klaar staan. Maar hoe ik ook zocht in de kastjes, nergens kon ik iets vinden om de boodschappen in te doen. Het enige dat ik tegenkwam was de tas van de vuile was uit het hotel. Als het goed genoeg was om mijn boeken in te vervoeren, dan was het voor een paar pakjes toch ook geschikt?
Mijn vriend keek me verbouwereerd aan en vroeg of er werkelijk geen ander tasje in huis was. Normaal gesproken kan zijn moeder best goed koken, een tas voor de vuile was zal dat niet nadelig beïnvloeden. Alleen is het voorlopig niet aan mij besteed.
This post is also available in: Engels