We hebben allemaal momenten dat we wat in de war zijn, ongeacht of we ziek zijn of niet. Los van een enkel vervelend incident waarbij ik mijn eigen telefoonnummer niet meer wist, kan ik best leven met mijn hersenmist.
Geregeld gebeurt het dat, in de keuken met een kop chai thee en een kommetje op de aanrecht, ik de rijstmelk in de kom giet in plaats van bij mijn chai thee – en verknal ik hiermee mijn fruitsalade. En afgelopen week vroeg ik me af of ik was vergeten om diarree op te smeren, lees: deodorant.
Afgezien daarvan, ben ik het meest in de war met namen. Ik haal namen door elkaar, vergeet zelfs hoe groentes heten en dan zijn er natuurlijk nog de namen van mensen. Op een avond in bed vroeg ik Jonatan naar de naam van de acteur uit Ghostbusters en Lost in Translation.
‘Zeg me niet hoe hij heet, maar zijn eerste naam is Bill, toch?’
Mijn vriend zei dat het klopte, en ik drukte hem nogmaals op zijn hart dat hij de achternaam van de acteur niet mocht verklappen.
Ik deed er twee dagen over, toen schoot het me te binnen. Ik lag op de bank, mediteerde en probeerde heel hard om niet aan Chris Isaak te denken. Murray, Bill Murray!
Door dit met jullie te delen, riskeer ik het dat jullie allemaal gaan denken dat ik de hele dag op de bank doorbreng (klopt!), en dat ik niets anders doe dan dagdromen over Chris Isaak (nee, dat klopt niet). Dat, natuurlijk, is niet waar. Maar zou het niet fijn zijn om de hele dag druk te zijn met denken aan iemand die mooie muziek maakt, een geweldige stem heeft en er ook nog eens goed uitziet, in plaats van me zorgen te maken over mijn hersenmist en veel grotere problemen? Of voor wie de voorkeur geeft aan Bill Murray, stel jezelf voor dat je deel uitmaakt van Groundhog Day. Daar kunnen we mee leven, toch?
Nieuwe bezoekers: vergeet niet om je op de nieuwsbrief te abonneren aan de rechterzijde!
This post is also available in: Engels