De lente is ogenschijnlijk de tijd van de bloemetjes en de bijtjes, een periode die in het teken van nieuw leven staat. Maar afgaande op wat zich in onze tuin afspeelde, vroeg ik me al wekenlang af of het voorjaar niet eveneens de tijd van dood en verderf is.
En dit weekeinde kon ik er niet omheen. De lente is een tijd van afscheid.
Het roodborstje dat jaarlijks in onze tuin overwintert was half maart opnieuw vertrokken. Dat vind ik altijd jammer, maar het was niks anders dan een teken des jaargetijds. De lente was in aantocht. De lente waarin een roek er met de eieren van de duiven vandoor ging, een pasgeboren mus uit een nest viel, en de kat van hiernaast rondliep met in zijn bek het sijsje dat zich zo sporadisch liet zien.
Gek genoeg las ik op dat moment net ‘Dagelijks werk’ van Renate Dorrestein en al in een van de eerste hoofdstukken las ik haar bloederige typering van het leven in de tuin dat zij de natuur tussen aanhalingstekens noemt. “’De natuur’ is één groot lopend buffet (..). Alles en iedereen is er continu bezig elkaar op te vreten c.q. uit te moorden. Voordat ze kunnen uitlopen zijn de meeste bloembollen elk jaar alweer door de veldmuizen opgegeten, waarna die op hun beurt, nauwelijks door mij betreurd, ten prooi vallen aan hongerige uilen.” (p. 49) Dit was hoe Dorrestein flora en fauna neerzette en voor hoofdpersonen in menselijke gedaante was ze minstens zo meedogenloos. Geen onfatsoen was haar te dol.
Ik las veel boeken van haar met plezier (maar bij lange na niet alle vierendertig!), en had bewondering voor de dynamiek in haar verhalen waarbij absurdisme grenst aan het menselijke en waarin zij het onwaarschijnlijke neerzette op de rand van het aannemelijke. Toch heb ik me aan haar boek over haar ziek zijn, ‘Heden ik’, in al die tijd niet durven wagen. Renate Dorrestein had ook ME waardoor ze meer dan tien jaar geplaagd zou worden. In haar woorden “een ziekte die een zo verpletterende uitputting teweegbrengt dat je op beroerde dagen nog geen paperclip kan verbuigen”. (p. 199)
Afgelopen zondag werd bekend dat ze de vrijdag ervoor overleed aan de gevolgen van slokdarmkanker. Op Hemelvaart werd ze in besloten kring begraven.
Juist die vrijdag, terwijl ik lag te rusten in de tuin, verschenen de eerste zwaluwen van dit seizoen. Hun aanwezigheid met de gierende geluiden die ze uitstoten is voor mij altijd een fijne afleiding van het ziek zijn. En daaruit blijkt duidelijk hoe de natuur zich niks van ons aantrekt. Niet van haar uitvaart, noch van mijn moeite om na het nieuws van haar overlijden me er toe te zetten om verder te lezen in ‘Dagelijks werk.’
“’De natuur’ is (..) één voortdurende kwestie van erop of eronder, zonder aanziens des persoons,” volgens Renate Dorrestein. Er moet gepaard, gebaard en gebroed worden, het is immers lente.
Wil je ook mijn volgende artikel lezen; vergeet dan niet om je op de nieuwsbrief te abonneren aan de rechterzijde!
En je vindt me ook op Twitter hier: @Fleurtje_Eliza.
One Response to De lente is een tijd van afscheid